Blog | Alfagroup

Wanneer mag ik mensen in mijn pand filmen met een beveiligingscamera?

Geschreven door Lucas Doornhein | 01 september 2016

De laatste jaren zien wij een grote toename in het aantal camerasystemen. En dat is niet vreemd, want nog steeds zijn veel bedrijven de dupe van inbraak en diefstal. 

Camerabeveiliging is een veelzijdige oplossing, waarvan de resultaten zeer uiteenlopend zijn. Een conciërge kan een rekening meegeven geven om de vernielde deur te betalen, een supermarktmanager voorkomt diefstal en een directeur van een kantoorpand houdt ongewenst bezoek eenvoudig buiten de deur. 

Toch merken wij dat veel van onze klanten vragen hebben over de mogelijkheden op het gebied van camera beveiliging. In deze blogserie wil ik u meenemen langs de verschillende vragen die (potentiële) klanten ons stellen. In deze blog behandel ik de vraag: 'Wanneer mag ik mensen in mijn pand filmen met een beveiligingscamera?' 

1. Er moet sprake zijn van een gerechtvaardigd belang

Alleen wanneer er sprake is van een gerechtvaardigd belang, mag er gefilmd worden. Een voorbeeld van een gerechtvaardigd belang is het tegengaan van diefstal of het beschermen van personeel.

Nadat zich een calamiteit heeft voorgedaan - zoals diefstal - kan het gerechtvaardigd belang makkelijk worden aangetoond. Is er geen sprake van een calamiteit, dan is er meer uitleg vereist. Het risico op een calamiteit moet dan op een andere manier worden aangetoond.

2. Er is noodzaak voor cameratoezicht

Wanneer diefstal en/of vernieling alleen met behulp van camerabeveiliging kan worden tegengaan, is er ook sprake van noodzaak. Als er ook andere middelen zijn om diefstal tegen te gaan, moeten die eerst worden uitgevoerd. Men moet het uiterste doen om de privacy te waarborgen.

Camerabeveiliging mag nooit alleen worden ingevoerd. Naast camerabeveiliging moeten er namelijk ook andere maatregelen worden genomen. Voorbeelden van maatregelen voor scholen zijn: het bekendmaken van strafmaatregelen na vernieling en toezicht door conciërges of leerkrachten tijdens pauzes.

 3. De beveiliging moet de privacytoets doorstaan

Voordat men camerabeveiliging aanschaft, moet dit worden getoetst aan de privacy. In geval van een school betekent dit "dat de school de belangen van de leerlingen, leerkrachten en bezoekers afweegt tegen het eigen belang", aldus de Autoriteit Persoonsgegevens.

De plannen van camerabeveiliging moeten vooraf worden besproken met de medezeggenschapsraad of ondernemingsraad. Binnen de raad moeten de verschillende belangen worden afgewogen, voordat er een keuze wordt gemaakt.

Men mag alleen filmen op de locaties waar de vernielingen voorkomen. Het belang van filmen in een bepaalde ruimte moet worden afgewogen ten opzicht van de privacy. De Autoriteit schrijf: "een camera op bijvoorbeeld het toilet gaat te ver, omdat mensen dan ontkleed in beeld kunnen komen".

4. Het is verplicht om de gefilmde personen te informeren

Het bedrijf moet ervoor zorgen dat iedereen weet dat er gebruik wordt gemaakt van een camerasysteem. Door het ophangen van bordjes weten de voorgenoemden dat ze gefilmd worden.
Daarmee wordt automatisch een extra preventieve maatregel genomen. Mensen die weten dat ze bekeken worden, zullen natuurlijk minder snel vernielingen aanbrengen.

5. De beelden mogen maximaal vier weken worden opgeslagen

De beelden mogen niet langer worden opgeslagen dan noodzakelijk. Hiervoor geeft de Autoriteit Persoonsgegevens een richtlijn van vier weken. 

Alleen in geval van diefstal of vernieling mogen de beelden langer worden opgeslagen. Op deze manier heeft men meer tijd om de daders te achterhalen.

Wilt u meer weten over een passende camera-installatie voor uw organisatie? Download dan ons GRATIS e-book over camerabeveiliging.