Als bedrijfshulpverlener (bhv’er) in de kinderdagopvang vervult u een belangrijke taak in de organisatie. U bent namelijk verantwoordelijk voor de veiligheid van de kinderen, werknemers en alle andere aanwezigen in het pand. In geval van nood, wordt er het eerste bij u aangeklopt en moet u snel kunnen schakelen. In veel gevallen is uw taak als bedrijfshulpverlener niet uw hoofdtaak. In de kinderdagopvang zien we vaak dat iemand naast zijn hoofdtaak als pedagogisch medewerker of leidinggevende, de rol van bhv’er vervult.
Maar wat doet een bhv’er nu eigenlijk? Wat zijn zijn belangrijkste taken? Wat zijn aandachtspunten voor bhv’ers in de kinderdagopvang? In deze blog geven wij antwoord op deze vragen.
Drie belangrijkste taken van een bhv’er
De bedrijfshulpverlener heeft drie belangrijke hoofdtaken:
- Eerste hulp verlenen bij een ongeval;
- Brand beperken en bestrijden;
- In noodsituaties werknemers en andere aanwezigen in het pand tijdig alarmeren en evacueren.
De bhv’er verleent dus de eerste hulp in geval van nood. Zodra de hulpdiensten zijn gealarmeerd en gearriveerd, kan de bhv’er zijn taken overdagen.
Wie neemt de taak als bedrijfshulpverlener op zich?
Binnen de kinderdagopvang zijn er vaak meerdere bhv’ers aanwezig. Dat komt omdat er bij veel kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvangen parttimers werken. Als pedagogisch medewerker kunt u zelf de bhv-taken op zich nemen als u over de juiste vaardigheiden beschikt en een cursus hebt gevolgd tot bhv’er.
Naast uzelf, moet u minstens één ander persoon aanwijzen (met diezelfde vaardigheden) die u kan vervangen als u afwezig bent. Het is aan te raden om een medewerker met een interne functie aan te stellen als bhv’er, omdat deze goed weet hoe het pand is ingedeeld en ook op de hoogte is van de risico’s en aanwezigen in het pand.
Er zijn wettelijk geen regels vastgelegd over de hoeveelheid bhv’ers in een pand. Het aantal bhv’ers is afhankelijk van een aantal factoren:
- Aantal werknemers/aanwezigen binnen de organisatie.
- De grootte van het pand.
- Aantal zelfredzame en niet-zelfredzame personen;.
- De mate van ploegendiensten.
- Ligging van het bedrijf.
- Bestaande risico’s binnen het bedrijf.
De enige vastgelegde eis wat betreft het aantal bhv’ers, is dat er ten allen tijde minstens één bhv’er aanwezig is.
Wanneer is iemand een bhv’er?
Voordat u zichzelf ‘bedrijfshulpverlener’ kunt noemen, moet u een cursus of opleiding hebben gevolgd. Er is een speciale bhv-opleiding die in principe voldoende is om bhv’er te worden in een bedrijf waar weinig risico’s zijn.
Als bhv’er bij een kinderdagopvang, liggen de risico’s een stuk hoger. U heeft namelijk te maken met een doelgroep die in de meeste gevallen niet zelfredzaam is. Voor dit soort organisaties wordt bhv’ers aangeraden om aanvullende cursussen te volgen, bijvoorbeeld een extra EHBO-cursus.
Bhv’er aan het woord
Dicky van Roekel is pedagogisch medewerker bij een buitenschoolse opvang en peuterspeelzaal in Ede. Naast haar hoofdtaak als pedagogisch medewerker, vervult zij ook de taak van bhv’er.
“Als bhv’er verleen ik de eerste hulp bij ongevallen, weet ik hoe ik brand moet bestrijden en ben ik verantwoordelijk voor de ontruiming van het pand in geval van nood. Bij onze organisatie werken we met allemaal parttimers. Omdat er te allen tijde een bhv’er in het pand aanwezig moet zijn, betekent dat automatisch dat al mijn collega’s bhv’er zijn,” vertelt van Roekel.
Net als haar collega’s, volgde van Roekel de cursus Bedrijfshulpverlening. Elk jaar is er een herhalingscursus om ervoor te zorgen dat kennis up-to-date blijft.
Het belang van bhv’ers in de kinderdagopvang
“In ons werkveld is de noodzaak van een bhv’er hoog, omdat er altijd meerdere mensen en kinderen in het pand aanwezig zijn waar wij verantwoordelijk voor zijn.” Die verantwoordelijkheid voor bhv’ers bij een kinderdagopvang is misschien nog wel hoger dan in andere branches, vanwege het feit dat de jongste kinderen niet zelfredzaam zijn. “Als het alarm afgaat of wanneer er een verdachte situatie is, wordt het pand ontruimd. Dit is een grote uitdaging omdat ik samen met mijn collega verantwoordelijk ben voor een groep kinderen die zichzelf niet kunnen redden. Eén van de pedagogisch medewerkers neemt de leiding en stuurt de andere collega aan. Er moet op alle plekken gekeken worden of daar kinderen zijn (op de toiletten, speelplaatsen e.d.). Alle kinderen moeten geteld worden, de presentielijst moet gereed zijn en via de nooduitgangen moeten alle kinderen naar buiten worden geleid naar de verzamelplek.”
Er wordt regelmatig geoefend voor zo’n ontruiming, zodat kinderen niet direct schrikken wanneer er echte noodzaak is voor een ontruiming. Van Roekel: “Mijn taak tijdens zo’n ontruiming is óf leiding geven of volgen. In de praktijk doe je het vaak samen met je collega.” Om ervoor te zorgen dat een ontruiming zo goed mogelijk verloopt, is een goede samenwerking tussen beide collega’s essentieel.
